De start op een kinderdagverblijf kan voor kinderen een hele overgang zijn. Veel kinderen groeien op in kleinere gezinnen. Op een kinderdagverblijf zijn gedurende de dag veel meer prikkels. Bij KDV De Bloesem vinden wij het erg belangrijk om tijd te investeren in het opbouwen van een vertrouwensband. De pedagogisch medewerkers zetten zich in om met het kind en de ouders een gehechtheidsrelatie op te bouwen. Voor ouders is het een hele overgang om hun kind naar de opvang te brengen. De pedagogisch medewerkers nemen het verdriet dat kinderen kunnen hebben tijdens een wenperiode serieus. Ze troosten de kinderen en proberen ze af te leiden wanneer ze te veel in het verdriet blijven hangen.
De hoeveelheid wendagen is per kind verschillend. Per kind bekijken de pedagogisch medewerkers hoeveel wendagen er nodig zijn en passen het schema aan gedurende de wenperiode als blijkt dat er meer wendagen nodig zijn.
De pedagogisch medewerkers doen hun uiterste best om een wendagen positief af te sluiten. Wanneer de pedagogisch medewerkers merken dat een wendag te lang duurt, zullen zij ouders verzoeken om hun kind eerder op te halen. Het opbouwen van de wendagen verloopt makkelijker wanneer de dagen positief afgesloten worden.
Wenkinderen worden meegeteld in de BKR van de groep. Kinderen mogen pas komen wennen wanneer de plaatsingsdatum ingegaan is.
Wenschema extern wennen
Wanneer een nieuw kind op ons kinderdagverblijf komt, spreek je over extern wennen. Voor het wennen van nieuwe kinderen hanteren wij het volgende wenschema als richtlijn:
Wenbeleid | |||
---|---|---|---|
Dag 1 | 10:00– 12:00 uur | Het kind is aanwezig tijdens de spelinloop, de kring en het fruit eten | |
Dag 2 | 10.00- 14:00 uur | Het kind is aanwezig tijdens
ochtenddagdeel | |
Dag 3 | 10.00- 16:00uur | Het kind is aanwezig tijdens het activiteitendeel ‘s ochtends, tijdens het tafelmoment ‘s middags en oefent een keer met slapen. | |
Dag 4 | Eerste lange dag (in overleg met ouders) | Het kind maakt een hele opvangdag mee en de breng- en haaltijden zijn zo afgesproken dat er voldoende ruimte is om ouders een uitgebreide overdracht te geven. |
9.00 – 10.30 uur | Het kind is aanwezig tijdens de spelinloop, de kring en het fruit eten |
10.00- 11.30 uur | Het kind is aanwezig tijdens ochtenddagdeel |
10.00- 14.30 uur | Het kind is aanwezig tijdens het activiteitendeel ‘s ochtends, tijdens het tafelmoment ‘s middags en oefent een keer met slapen. |
9.00- 16.00 uur | Het kind maakt een hele opvangdag mee en de breng- en haaltijden zijn zo afgesproken dat er voldoende ruimte is om ouders een uitgebreide overdracht te geven. |
Intern wennen
Wanneer een kind van de ene stamgroep doorstroomt naar de volgende stamgroep, spreek je van intern wennen.
Kinderen gaan gemiddeld drie keer spelen op de nieuwe groep voordat ze overgeplaatst worden. Met ouders worden deze wendagen besproken.
Bij KDV De Bloesem stromen de kinderen van de babygroep door naar de peutergroep. Ook kan het voorkomen dat een kind uit de babygroep overgeplaatst wordt naar de verticale groep. De mentor van de babygroep geeft een mondelinge overdracht aan de mentor van de peuter- of verticale groep.
Wanneer wij merken dat er meer wendagen nodig zijn, zal de mentor van het kind dit met de ouders bespreken.
Doordat wij de buitenruimte samen delen, zijn de kinderen al vertrouwd met de pedagogisch medewerkers van de andere groepen. Hierdoor verloopt het intern wennen over het algemeen soepel en dit draagt bij aan het makkelijker opbouwen van een gehechtheidsrelatie met de kinderen.